Leer
Testbatterij voor motorische stoornissen door Luomajoki
Bijna iedereen krijgt minstens eenmaal in zijn leven te maken met lage rugpijn. Slechts 10% van de gevallen van patiënten met lage rugpijn kan worden toegeschreven aan een specifieke pathologie. We hebben het over breuken, tumoren, wervelkanaalvernauwing, zenuwwortelpathologie en dergelijke. De overige 90% van de gevallen zijn aspecifiek, wat betekent dat er geen pathoanatomische oorzaak voor de pijn is.
Aspecifieke lage rugpijn kan verder worden onderverdeeld in niet-mechanische en mechanische pijn. De pijn in de niet-mechanische groep kan worden toegeschreven aan centrale maladaptieve processen die worden beïnvloed door de aanwezigheid van gele vlaggen en andere psychosociale factoren.
Deze niet-mechanische lage rugpijn vormt ongeveer een derde van de aspecifieke gevallen. De overige 70% is mechanisch en afhankelijk van beweging of houding. Vaak is er structureel niets mis, maar heeft de patiënt gewoon de controle over bewegingen in de lage rug verloren, wat tot pijn leidt.
Luomajoki et al. (2007) hebben een 6-test-screeninginstrument ontwikkeld om bewegingscontrole disfunctie te beoordelen bij patiënten met aspecifieke lage rugpijn. Zij vonden een aanzienlijke intra- en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid met een KAPPA van >0,6. Ten tweede was er geen significant verschil tussen beginnende en ervaren clinici die de bewegingen van de patiënten beoordeelden. Wanneer patiënten met lage rugpijn de tests uitvoerden, was er bovendien een duidelijk en significant verschil in bewegingscontrole met gezonde proefpersonen.
Buiging van de kelner
De eerste test van de testbatterij is de zogenaamde kelnersboog. Het beoordeelt de controle over de lendenwervelkolom tijdens een heupscharnier. Het doel is om vanuit de heupen naar voren te buigen met behoud van een neutrale ruggengraat.
Correct:
Onjuist:
Bekkenkanteling achteraan
Ten tweede krijgen de patiënten instructies om het bekken achterover te kantelen, waardoor flexie van de lumbale wervelkolom ontstaat.
Correct:
Onjuist:
Eén-been-stand
Ten derde, één been houding. De patiënt wordt geïnstrueerd om te staan met de voeten uit elkaar op een derde van de intertrochanter afstand. Dan gaat de patiënt op één been staan. De mate van zijdelingse verschuiving wordt gemeten. De norm is 8 cm en een verschil van meer dan 2 cm tussen de zijden wordt als abnormaal beschouwd.
Correct
Onjuist:
Zittende knie-extensie
De volgende test is zittende knie-extensie. Voor de test zit de patiënt rechtop op de bank met vrijhangende benen. De lumbale lordose is gecorrigeerd. De patiënt wordt geïnstrueerd de knie te strekken zonder beweging (d.w.z. flexie) van de lage rug.
Correct:
Onjuist:
Voorwaarts/achterwaarts schommelen
Vervolgens wordt de bewegingscontrole van de patiënt beoordeeld tijdens voorwaarts en achterwaarts schommelen in vierpuntskniehouding.
Voor het voorwaarts wiegen wordt de patiënt geïnstrueerd het bekken naar voren te bewegen zonder de lage rug te strekken.
Correct:
Onjuist:
Bij achterwaarts wiegen wordt de patiënt gevraagd het bekken naar achteren te bewegen terwijl de rug neutraal blijft.
Correct:
Onjuist:
Gezette kniebuiging
De laatste test is de voorovergebogen kniebuiging. De patiënt ligt in buikligging en wordt gevraagd de hiel naar de bil te brengen.
Onjuist:
In de proef kregen alle patiënten gestandaardiseerde instructies. Bijvoorbeeld bij de kniebuigtest in buikligging vertelden de beoordelaars de patiënt om: "buig uw knie zo ver mogelijk zonder uw rug te bewegen" en: "houd uw rug in een neutrale positie, laat hem niet bewegen tijdens het buigen van het been",
Als de patiënt niet begreep hoe de test moest worden uitgevoerd, werd deze nogmaals uitgelegd en gedemonstreerd door de onderzoeker. Als de patiënt de test nog steeds verkeerd uitvoerde, was het toegestaan .
Wat kun je dan met een patiënt doen als je eenmaal weet wat zijn bewegingsstoornis is? Bekijk zeker onze post hier voor meer informatie over enkele interventies!
21 VAN DE NUTTIGSTE ORTHOPEDISCHE TESTS IN DE KLINISCHE PRAKTIJK
Als u nieuwsgierig bent naar andere tests voor motorische controlestoornissen in de lumbale wervelkolom, bekijk dan de volgende berichten:
Er zijn verschillende orthopedische tests voor de diagnose van radiografische lumbale instabiliteit:
- Prone Instability Test
- Passieve lumbale extensie test
- Interspinous Gap Verandering
- Lage middellijn drempelbord
Bronnen
Vind je het leuk wat je leert?
KOOP HET VOLLEDIGE FYSIOTOREN BEOORDELINGSBOEK
- 600+ Pagina's e-Boek
- Interactieve inhoud (directe videodemonstratie, PubMed-artikelen)
- Statistische waarden voor alle speciale testen uit het laatste onderzoek
- Beschikbaar in 🇬🇧 🇩🇪 🇫🇷 🇪🇸 🇮🇹 🇵🇹 🇹🇷
- En nog veel meer!